Met uw toestemming gebruikt deze website cookies en diensten van externe providers. Selecteer alstublieft in welke mate u hiermee instemt. [Meer informatie]
session cookies permanente cookies externe services alleen nu externe diensten altijd
Krappe vruchtwisseling (>1/4 waardgewassen) met waardgewassen van het witte bietencysteaaltje (bieten, spinazie, koolsoorten, radijs, koolzaad, mosterd (behalve de resistente rassen) en bladrammenas (behalve de resistente rassen)) en daarnaast slaboon, tuinboon, wikke en in mindere mate klavers.
Oorzaken
Aaltje.
Preventie/bestrijding
Komt alleen voor op zand-, dal en zavelgronden, vooral in het oosten van ons land. Regelmatig grondmonsteronderzoek. Hanteer een rotatie van minimaal 1 op 4 waardgewassen (naast bieten ook vlinderbloemige gewassen, zoals erwten en bonen). Een bestrijding met granulaten is financieel niet rendabel. Vanaf een aantoonbare besmetting kunnen bietencysteaaltjesresistente suikerbietenrassen worden ingezet. Bovendien beperken zij de vermeerdering.
Voor meer informatie zie Teelthandleiding hoofdstuk 10.
Zieke en gezonde bieten wisselen elkaar af in de rij. Een streperige, onregelmatige stand. Cysten verkleuren tijdens de ontwikkeling van wit via geel naar bruin. Een dergelijke geelverkleuring komt niet voor bij het witte bietencysteaaltje.