voorjaar of herfst, eenjarige tot tweejarige plant
hypocotyl: kort, dik / donkergroen / niet behaard
kiemlobben: elliptisch of langwerpig met een afgeronde of versmalde basis en een afgeronde top, veernervig / donkergroen, glanzend aan de onderkant / niet behaard / aflopend of gesteeld
bladsteel: groen / niet behaard

eerste bladeren driedelig, drielobbig tot driespletig, drietallig, latere bladeren drievoudig geveerd, dubbel geveerd of oneven geveerd, bladrand gaaf, gelobd of getand, veernervig / donkergroen, glanzend aan de onderkant / niet behaard / verspreid / geen steunblad / gesteeld
bladsteel: normaal / groen / niet behaard

rechtopstaand / tot 60 cm lang, normale dikte / hol / geribbeld tot hoekig of gestreept / donkergroen of soms vuil violet getint / niet behaard / vertakt

juni - oktober
bloeiwijze: wit / schermvormend

vermeerdering: generatief
zaden: ovaal, licht samengedrukt / circa 3 - 4 mm groot / strogeel met bruinrode strepen / 500 zaden per plant

op voedingsrijke krijtachtige bodems, mesofiel, nitrofiel en giftig
in hakvruchten, graanakkers, heggen en ruigten
inheems in Europa en Klein-Azië